In de bronteksten van de Traditionele Chinese Geneeskunde wordt de mens gezien als een manifestatie van hemelse en aardse essenties die zich in ieder mens op geheel unieke wijze uitdrukken. De aardse essenties manifesteren zich in de corporale, zware ziel: de po en de hemelse essenties in de etherische, lichte ziel: de hun. De hun en po zijn twee complementaire geestaspecten die gedurende het hele leven met elkaar samenwerken. Het aardse karakter van de po vormt een koppel met de jing, de essentie, en het hemelse karakter van de hun met de shen, de geest. De po huist in de longen en de hun in de lever.
De hun wordt geassocieerd met de bewegingen van de geest; met emoties, gevoelens en gewaarwordingen die worden beschouwd als hemels. In het vermogen tot gewaar te zijn, bewust te zijn, manifesteert zich de hemel in ons. De hun beschikt over zulke yange kwaliteiten als flexibiliteit, sensitiviteit en verbeeldingskracht en geeft gestalte aan de levensbestemming van het individu. In tegenstelling tot de po heeft de hun bij leven de vrijheid om het lichaam in- en uit te gaan. Dit verlaten en terugkeren gebeurt in de droomfase van de slaap, in diepe meditatie en in een staat van extase. De hun daalt in bij de geboorte via de fontanel en keert terug naar de kosmos bij overlijden. De po vormt zich tijdens de conceptie en lost op in de aarde na overlijden.
De po representeert het lichaam, zijn substanties en de bewegingen en transformaties die die substanties ondergaan en die niet worden gecontroleerd door de wil of de bewuste geest. De lichaamssensaties behoren tot het domein van de po. De aarde, de po, manifesteert zich als de lichamelijke expressie van de levenskracht. De po ondersteunt de hun in zijn verblijven in het lichaam.
Omdat de longen de verblijfplaats zijn van de po, heeft die een sterke relatie met de ademhaling. Wanneer we gespannen zijn, is de ademhaling oppervlakkig en in diepe meditatie kan die zelfs tijdelijk helemaal stoppen.
In een gespannen conditie is het lichaam voelbaar als aards, substantieel en bij diepe ontspanning welhaast als immaterieel en ijl.
De hun en po zijn onderling van elkaar afhankelijk – zij animeren het lichaam – zonder hen is leven niet mogelijk. Zoals de hemel domineert over de aarde, zo domineert de hun over de po. De hemel initieert en beveelt en de aarde volgt. Op deze manier zijn de hun en de po van elkaar afhankelijk en bestaat tussen hen een hiërarchische verhouding.
Voor de mens is het een uitdaging om tegelijkertijd geworteld te zijn in de aarde èn uit te reiken naar de hemel. Dit kan alleen als het spirituele en het corporale, de geest en het lichaam in evenwicht zijn. Beiden zijn in evenwicht als op passende wijze vorm wordt gegeven aan het levensplan. Passend wil zeggen: dat het individu rekening houdt met zijn capaciteiten, sociale omstandigheden, tijdsgewricht, etc.
Vanuit het hart (xin) wordt het leven vormgegeven; heeft hierin de leiding. In deze context is het hart de eenheid van hemel en aarde, van geest en lichaam, van hun en po. Het hart vormt de eenheid van leven, de harmonie van de vijf zang, de vijf yin organen, dat zorg draagt voor een goed functioneren van lichaam en geest. Het begrip ‘hart’ heeft hier een ruimere betekenis dan alleen het orgaan. Hier is het de eenheid van het individu; het individu dat de mogelijkheid heeft verantwoordelijkheid te nemen. Het nemen van verantwoordelijkheid voor zijn / haar leven is hetzelfde als het nemen van verantwoordelijkheid voor zijn / haar hun en po. Het hart, in de betekenis van ‘geest’, omvat de menselijke intelligentie, denken, bewustzijn, gewaarzijn en aandacht. Het is het centrum waar gevoelens en emoties worden ervaren.
Het lichaam heeft verlangens en behoeften en de geest heeft tot taak die te beteugelen omdat verlangens en behoeften zichzelf niet reguleren. Het gewaarzijn, het bewustzijn, leert ons maat te houden en stelt ons zo in staat om in harmonie te leven. Het ontbreken van harmonie ondermijnt het leven en leven in harmonie impliceert de afwezigheid van excessen: van emotionele- en fysieke excessen. Harmonie is de omstandigheid waardoor de verschillende geest/zielsaspecten gekend kunnen worden. Excessen putten de jing uit en vertroebelen de geest.
Het gewaarzijn, het bewustzijn, ontwikkelt zich door zelfonderzoek, contemplatie en het geven van ruimte aan het voelen. Taiji en qigong doen vooral dit laatste: zij ontwikkelen het voelvermogen, de sensitiviteit. De ontwikkeling van deze capaciteit vergroot de interne communicatie. Tijdens het oefenen neemt die toe tussen de drie dantians: het bovenste dantian (voorhoofdschakra), het middelste dantian (hartchakra) en het onderste dantian (buikchakra).
In het algemeen wordt de interne communicatie zwakker naarmate we ouder worden. De yinne, aardse, eigenschappen van het lichaam gaan zich steeds nadrukkelijker manifesteren. In toenemende mate verdicht het lichaam, beweegt stroever en de overheersende tendens van de qi verandert van stijgen en expanderen naar overwegend dalen en concentreren. Lichaamssignalen – boodschappen van de po – dringen minder goed tot het bewustzijn door; de band tussen de hun en de po wordt losser.
Bij veel mensen verandert in de loop van hun leven het beweegpatroon. De tred van jonge, vitale mensen is licht verend. Bij elke stap, wanneer de voet wordt afgewikkeld, ontplooit zich van de voet naar de kruin een ononderbroken golfbeweging. Bij oudere mensen, bij wie de vitaliteit is afgenomen, verloopt die beweging veelal stokkend en is deze onvolledig. De interne golfbeweging stagneert of stopt in verkrampte en gecomprimeerde lichaamsdelen. Dit proces verloopt zo geleidelijk dat het doorgaans niet wordt opgemerkt. Doordat de interne communicatie zwakker wordt, anticipeert het lichaam minder adequaat opevenwicht verstorende factoren. Het proces van verkrampen en comprimeren krijgt hierdoor vrij spel.
De beoefening van taiji en qigong kan dit proces van afnemende vitaliteit vertragen en de interne communicatie versterken. Zij doen dit door het ontwikkelen van de sensitiviteit, het toepassen van taiji-principes en het opnemen van hemel- en aardekracht. Hemelkracht neemt het lichaam op via de fontanellen op de schedel en aardekracht via de yongquan-punten onder de voetzolen.
Al oefenende verkrijgt het lichaam van de taiji- en qigongbeoefenaar meer en meer de eigenschappen die worden geassocieerd met de hemel – het wordt lichter, transparanter, wendbaarder en vrijer. De jing put minder snel uit en de band tussen de hun en de po wordt hechter – de interne communicatie wordt krachtiger en het lichaam reageert adequater op evenwicht verstorende factoren.
Taiji en qigong, althans zoals ik deze disciplines leerde van mijn leraar Shen Hongxun, vergroten de sensitiviteit en de vitaliteit door het toepassen van taiji-principes in de beoefening. Dit behelst het maximaal vergroten van yin en yang en vervolgens trachten die polen in een dynamische balans te houden. Yin en yang zijn de benamingen voor twee elkaar complementerende tegenpolen. In elk aspect van de taiji- en qigongbeoefening wordt ernaar gestreefd deze tegenpolen te vergroten. Zij kunnen worden vergroot tot het niveau waarbij zij als koppel uit elkaar dreigen te vallen. Het op dit niveau handhaven van een dynamische balans, genereert de grootst mogelijke kracht in het lichaam. Deze kracht kan worden aangewend voor selfhealing, therapeutische doeleinden, martiaal gebruik en in meditatie. Yin en yang worden zowel gelijktijdig als opeenvolgend vergroot en in een dynamische balans gehouden. Gelijktijdig door bijvoorbeeld de rug tezelfdertijd te strekken èn te ontspannen, en opeenvolgend door steeds kracht te verzamelen èn vervolgens te ontladen.
Worden de taiji-principes niet alleen toegepast in de taiji- en qigongbeoefening maar ook in het dagelijks leven, dan is de transformerende werking aanzienlijk groter. We passen taiji-principes spontaan toe, bijvoorbeeld wanneer we tijdens een gesprek aandachtig luisteren naar de ander, de woorden in ons laten resoneren en vervolgens die met een heldere respons beantwoorden. Of wanneer we nauwkeurig de instructies lezen voor de bereiding van een gerecht en tezelfdertijd voeling houden met wat ons lichaam op dat moment nodig heeft.
Om een dynamische balans tussen maximaal vergrootte polen te kunnen handhaven, is een grote alertheid nodig. Alertheid neemt toe samen met de sensitiviteit. Die nemen toe als de geest, de shen, leeg is. Maar die is nooit helemaal leeg. Er zijn altijd geneigdheden, gehechtheden, angsten, verlangens en sluimerende gedachten. Voortdurend interfereren zij wanneer we trachten een dynamische balans tussen maximaal vergrootte polen te handhaven. In een staat van verhoogde alertheid en sensitiviteit komen zij aan het licht en lossen op in dit licht, in dit licht van gewaarzijn, als zij worden gezien voor wat zij zijn.
Ook al hoeven we niet altijd in zo’n alerte staat te zijn als nodig is bij de taiji- en qigongbeoefening, we kunnen altijd wel de beschikbaarheid zijn die mentale- en emotionele troebelen in openheid verwelkomt en ziet. De openheid maakt de geest stiller, leger en meer capabel om eenduidig uitdrukking te geven aan de wil (zhi) en de intenties (yi). We krijgen zo meer inzicht in hoe we het beste kunnen leven, in wat er werkelijk toe doet; wat waard is om omarmd te worden en wat beter is om uit de weg te gaan. Dit is het volgen van de Dao.
Het toepassen van taiji-principes, in de beoefening van taiji en qigong en het dagelijks leven, beïnvloedt de qi. In het lichaam stijgt die in dezelfde als waarin die daalt en expandeert vanuit het midden. Het lichaam wordt doorgankelijker, soepeler, de lichaamsstructuur opener, de rug strekt en ontspant zich, het hart gaat open en de geest dringt door tot in elke vezel van het lichaam.
Het tegelijkertijd geworteld zijn in de aarde èn uitreiken naar de hemel en op deze manier de band tussen geest en lichaam, de hun en po versterken, is wat de toepassing van de taiji-principes in taiji, qigong en het dagelijks leven, mogelijk maakt. Het is de sleutel tot een lang en gezond leven.
Met het ouder worden neemt de vitaliteit onontkoombaar af maar de kracht van de interne communicatie kan daarentegen toenemen en zo bijdragen in het bewaren van de interne samenhang en harmonie in het lichaam.
Inmiddels beoefen ik meer dan vijfendertig jaar taiji en qigong en beoefen deze oefenmethoden steeds uitgesprokener vanuit het hierboven geschetste perspectief.