Hoe in qigong en taiji spierspanning tot een minimum beperkt wordt

Fysieke beweging komt tot stand door het samentrekken en ontspannen van skeletspieren. Deze spieren worden via motorische zenuwen door de hersenen aangestuurd. Hierbij werken verschillende spiergroepen samen: de grote en kleine spieren. Beide spiergroepen bevatten langzame en snelle spiervezels. De langzame spiervezels komen in verhouding meer voor in de kleine spieren dan in de grote spieren. De langzame spiervezels zijn meer doorbloed, roder van kleur. Door hun aangepaste energiestofwisseling kunnen zij langer contraheren dan de snelle spiervezels die sneller vermoeid raken. De grote spieren bevinden zich aan de oppervlakte, in de bovenarm, borst, rug, billen en dijen en de kleine spieren bevinden zich dieper in het lichaam, in de buurt van de wervelkolom en de gewrichten. Tijdens fysieke inspanning, zoals rennen, tillen, trekken, zorgen de grote spieren voor kracht en versnelling. Voor het maken van subtiele bewegingen en het in stand houden van de lichaamshouding, zijn vooral de kleine spieren betrokken.

In de beoefening van Daoyin en de taijivorm zijn vooral de grote spieren actief in de fasen waarin kracht wordt ontladen. Bij de meer statische oefeningen, Zhan Zhang (oefeningen waarbij men gedurende enige tijd in een specifieke houding staat of zit) en de taiji-houdingsoefeningen, zijn overwegend de kleine spieren actief. Ook bij het maken van de subtiele vingerrupsbewegingen domineren de kleine spieren.

OEFENING 1
Sta ontspannen rechtop. Je lichaamsgewicht is gelijkelijk verdeeld over beide voeten. Vergroot de tussenwervelruimten in de wervelkolom en laat je lichaam iets overhellen naar voren. Je lichaamsgewicht rust op de voorvoeten, op Yongquan (Nier 1). Let erop dat je hielen stevig contact maken met de grond. Als je zo een tijdje staat, ontstaan in je lichaam heel kleine bewegingen. Je lichaam is dan bezig een staat van evenwicht te handhaven en, als je wat langer staat, tracht het zich te bevrijden van de spanning die er onvermijdelijk door ontstaat.

OEFENING 2
Verschuif je lichaamsgewicht naar het linkerbeen. Het linkerbeen wordt ‘vol’ en het rechterbeen wordt ‘leeg’. Deze lichaamshouding worden vooral de kleine spieren van het bovenlichaam en het linkerbeen belast – die dragen het lichaamsgewicht –en kunnen de spieren van het lege rechterbeen (grote en kleine) volledig ontspannen.

In de qigong- en taijibeoefening wordt tussen de verschillende spiergroepen maximale synergie bereikt door langzaam te bewegen en de qi te ontwikkelen tot een kracht. Bij traag bewegen kan de controle over de spieren maximaal zijn. Omdat bij langzaam bewegen spiercontractie langer moet worden volgehouden, worden in het bijzonder de kleine spieren belast. De grote spieren kunnen dan veel meer ontspannen.

In de qigong- en taijibeoefening ontwikkelt de qi zich tot een kracht als de wervelkolom wordt gestrekt, lichaam en geest ontspannen en het lichaamszwaartepunt samenvalt met het onderste dantian. In de onderbuik, het onderste dantian, kunnen dan vibraties ontstaan. Deze worden geleidelijk aan krachtiger en breiden zich over een steeds groter deel van het lichaam uit. De toename van de vibratie-activiteit gaat vergezeld van de opname van aardekracht via Yongquan, onder de voetzolen. Deze kracht verrijkt de qi van het onderste dantian.

Qigongoefeningen en de taiji-vorm beginnen in de wuji-staat, de staat van oorspronkelijk gewaarzijn. In deze toestand wordt niets gezocht, niets gecultiveerd, niets tot stand gebracht. De beoefenaar kijkt zonder te zien, hoort zonder te luisteren. De waarneming is onopzettelijk. In deze staat is het lichaam het meest diep ontspannen en is de qi een sluimerende kracht.

Zodra intentie (Yi, focus, mentale voorstelling, gedachte, gevoel, emotie) zijn intrede doet, komt de qi in beweging. De spierspanning in het lichaam neemt dan in lichte mate toe. Als de aandacht omhoog gaat, wekt het onderste dantian een qi-beweging van de voetzolen naar het bovenlichaam waarop de armen omhoog gaan. Gaat de aandacht naar het punt Lieque (Long 7) aan de bovenzijde van de polsen, dan stuwt de qi vanuit de voeten naar dit punt en verder, naar de duimen. Stelt de beoefenaar zich voor dat iemand van achteren aanvalt, dan sluit het onderste dantian als respons op deze voorstelling en stuwt de qi naar achteren, naar de onderrug. De rug wordt dan breed en rond beschermend schild.
De voorbeelden laten een keten zien: de geest (Shen) motiveert de qi en de qi motiveert het lichaam (Xing).

OEFENING 3
Sta ontspannen rechtop met de voeten op schouderbreedte afstand en het lichaamsgewicht rustend op de voorvoeten. Verleng de wervelkolom en neem een duwhouding aan. De polsen zijn iets lager dan schouderhoogte. De hoek in de polsgewrichten is bijna 90⁰. De handen zijn geopend en de vingertoppen zijn iets naar achteren getrokken. Kijk ver weg. Stel je voor dat je iets wegduwt.

Als de qi ongehinderd door het lichaam kan bewegen, dan is de meest waarschijnlijke route die de qi volgt van de voetzolen, langs de buiten- en achterzijde van de benen naar de wervelkolom, naar het gebied tussen de schouderbladen, vertakkend naar de schouders en langs de buiten- en onderzijde van de armen naar de handpalmen en vingertoppen. Ter hoogte van het voorhoofd, de borst, de buik en de binnen- en voorzijde van de benen zal de qi dan dalen. De spierspanning in de lichaamsdelen die de qi tussen de voeten en de handen passeert, zal iets toenemen terwijl de ontspanning in de overige lichaamsdelen zal toenemen. Als de stijgende- en dalende qi-stromen in het lichaam krachtiger worden, wordt de duwhouding geprononceerder. Het staartbeen en de schouders zullen hierdoor meer gaan zakken, de liezen zullen nog meer open gaan, de nek zal zich dan nog meer gaan strekken en de hoek in de polsgewrichten zal nog scherper worden. De uitgesprokener wordende lichaamshouding intensiveert op zijn beurt de stijgende- en dalende qi-stromen in het lichaam.

Als het lichaam in aanzienlijke mate vrij is van belemmeringen en de mentale kracht en qi zijn toegenomen, dan volgt de qi uiterst precies de ingevingen van de geest. De stijgende en dalende qi-stromen in het lichaam zijn dan gelijk. De stijgende qi-stroom verruimt de lichaamsstructuur en de dalende qi-stroom creëert mentale- en fysieke ontspanning. Naarmate mentale kracht en qi sterker worden, nemen de stijgende- en dalende qi-stromen in het lichaam toe. Dit wordt bereikt door steeds grotere verfijning van de vingerrupsbewegingen. Hierdoor kan de verhouding 50 – 50 evolueren naar 60 – 60, 70 – 70, etc. Door krachtige stijgende- en dalende qi-stromen blijft de lichaamsstructuur ruim en open en kunnen de bewegingsspieren tijdens contractie in enige mate ook ontspannen (Yang in Yin). Zij kunnen daardoor soepel en zacht blijven. Ook de fluctuaties in de qi-stromen – die als een getijdenbeweging steeds afwisselend toe- en afnemen – houden de spieren ontspannen. De spieren die dan het meest worden belast, zijn de houdingsspieren.

Duwhouding zonder intentie
Duwhouding met intentie

Blog



Volg ons


Meld je aan voor de nieuwsbrief

* Verplicht veld