Als ons lichaam door moeheid is ingezakt, geeuwen we en rekken ons uit. Horen we akelig nieuws, dan maken we een uitschudbeweging als om iets van ons af te schudden. Een diepe zucht slaken we als we na een spannende situatie weer diep kunnen ademhalen. Woede ontladen we door te stampvoeten en spanning ontladen we door te lachen. We wrijven en drukken op verstijfde, pijnlijke lichaamsdelen om de circulatie in gestagneerde lichaamsdelen te verbeteren.
Cliënten die lijden aan depressie adviseer ik weleens te huppelen. Het is mij opgevallen dat de hun, de etherische ziel, bij hen lager in het lichaam is dan bij mentaal gezonde mensen. Huppelen helpt de hun weer omhoog te krijgen, naar het gebied van het bovenste dantian, ter hoogte van het voorhoofd. Zo kan met een eenvoudige beweging als huppelen, een beweging die we allemaal kennen, iemand met depressie helpen weer alert en opgewekt te worden. Huppelen is dan een therapeutische qigongoefening.
In het oudste boek over de geschiedenis van China, de Shang Shu, en andere werken, wordt beschreven dat in de Tang-Yao periode, zo’n vierduizend jaar geleden, de rivieren in Centraal China vaak buiten hun oevers traden. Door de vele regenval en talloze overstromingen leefden de bewoners van deze vlakten in een vochtig leefklimaat. Als gevolg hiervan kregen zij pijnklachten en last van stijfheid in gewrichten en andere lichaamsdelen. Om het lichaam vrij te maken van door binnendringende koude en vocht veroorzaakte qi– en bloedstagnatie, gingen zij dansen. Uit deze dansen ontwikkelde zich daoyin, de qigong bewegingsoefeningen.
In 1975 werd bij opgravingen in de Qinghai provincie aardewerk uit de Majiayao periode gevonden, van ongeveer 3000 jaar voor Christus. Onder de vondsten bevond zich een met zwarte verf beschilderde vaas met het reliëf van een menselijk figuur die in een meditatiehouding staat. Die laat een oefening zien voor het absorberen van qi of de beoefening van de schildpadademhaling.
In 1957 werd elders in de Qinghai provincie een 5000 jaar oude schaal gevonden met dansende figuren. Deze dansen zijn voorlopers van daoyin.
In de Jing Shen, in Hoofdstuk 7 van de Huainanzi, worden enkele oefeningen genoemd die als qigongoefeningen herkend kunnen worden:
Daarom, de authentieke mens voedde zijn lichaam door op zijn zwerftochten [zonder zijn hart te laten verstoren] te puffen en te blazen, in en uit te ademen, het oude uit te drijven en het nieuwe in zich op te nemen; te lopen als een beer, zich uit te rekken als een vogel, zich te wassen als een eend, te springen als een aap, te kijken met de scherpe blik van een uil en te spieden als een tijger.
De Vijf Dieren Daoyin, de Wu Qin Xi, ontwikkeld door de vermaarde arts Hua To, is een qigongmethode die uit dierobservaties is voortgekomen. De methode bestaat uit vijf bewegingsoefeningen, vijf dierimitaties: de tijger, het hert, de beer, de aap en de vogel. Door zich tijdens een daoyin met een bepaald dier te identificeren, kunnen de specifieke eigenschappen van dit dier tot uitdrukking komen.
Helaas wordt in de huidige gestandaardiseerde versie van De Vijf Dieren Daoyin de identificatie met de verschillende dieren niet meer gedaan. Elke daoyin heeft zo eenzelfde karakter gekregen.
In De Eenvoudige Vragen, in de Su Wen over de transformatie van de geest en qi, wordt gezegd dat de mens in vroeger tijden leefde in een omgeving met wilde dieren, dat die rondtrok om koude te vermijden en schaduw opzocht voor verkoeling. Deze mens werd niet gedreven door ambities, passies en verlangens, en omdat die niet gevoelig was voor roem en winst, konden ziekteverwekkende factoren niet diep in het lichaam binnendringen.
De factoren die de gezondheid van de moderne mens ondermijnen zijn anders dan die in de oudheid. Door betere huisvesting, kleding en technologische vooruitgang kunnen we ons nu beter beschermen tegen klimatologische invloeden maar door door klimaatverandering worden deze verworvenheden deels weer teniet gedaan. Sociaaleconomische omstandigheden, zoals armoede, verwaarlozing en gebrek aan liefde en waardering, is nog steeds een belangrijke factor die de gezondheid aantast. De individualisering van de samenleving, de grote prestatiedruk en de overheersende focus op materiële welvaart, tasten het emotioneel welbevinden aan en verleiden tot een ongezonde levenswijze. Deze factoren putten onze levensenergie uit, verzwakken onze veerkracht en dragen bij aan het ontstaan van een slechte lichaamshouding.
De beoefening van qigong vergroot ons lichaamsbewustzijn, verbetert onze lichaamshouding, maakt ons lichaam vrij van belastende factoren en verheldert onze geest. Al oefenende ontwikkelen we ons onderscheidingsvermogen. We herkennen scherp wat waarachtig is, wat ons voedt en wat ons verzwakt, en maken op basis van deze inzichten gezondere keuzes. Met de beoefening van qigong, aanpassingen in levensstijl en verandering van levensfilosofie, neutraliseren, of op zijn minst minimaliseren we, de factoren die onze gezondheid bedreigen.